Dag meneer, hebt u een hond?
Mik mag een huisdier kopen
Mik, die we al kennen uit We hebben er een geitje bij!, mag een huisdier, en hij heeft zijn zinnen op een hond gezet. Maar in de dierenwinkel hebben ze jammer genoeg geen honden. Mik vindt het moeilijk om het juiste huisdier te kiezen. Alle dieren uit de dierenwinkel passeren de revue, met al hun voors en tegens. Uiteindelijk verlaat Mik de winkel zonder hond aan zijn riem, maar wél met een ander dier, waar hij dolgelukkig mee is. En dan zijn het uitgerekend de muizen die hem te hulp komen... |